Artikelen


Alle soorten documenten of artikelen door mij geschreven voor Wikipedia af andere media.

Artikelen

Constantijn Huygens

Constantijn Huygens was de vader van bekende wetenschapper Christiaan Huygens, hij werd op 4 september 1596 in Den Haag geboren, was een Nederlandse dichter, diplomaat, geleerde en componist. Huygens staat bekend als een van de grootste dichters uit de Gouden Eeuw. Op 28 maart 1687 overleed hij op negentigjarige leeftijd. 

 

1644
IAN GEWROKEN
Ian hadd een' Ioffrouw Hoer gescholden inde buert,
En wierd daer degelick met Roeijen voor geschuert.          
In ‘tscheiden vraeghden Ian, waerom hij was gesmeten ?        
Omdat gh' hebt, seij de Schouth, dees Ioffrouw Hoer geheeten.
Maer ofm'een Hoer, sey Ian, wel Ioffrouw heeten magh?
Iae, sey de Schouth; en Ian, wel Ioffrouw goeden dagh.
Assen: 3. 7b. (Sept.)

JANS WRAAK

Jan had een dame uitgemaakt voor hoerenteef.
De wijkagent kwam er bij, die een boete schreef.
Jan, zei de agent, ik zal het je uitleggen,
Tegen een dame mag je nimmer hoer zeggen.
Maar een hoer voor dame uitmaken, vroeg Jan, dat mag?
Ja, zei de agent. En Jan sprak toen: dame, goedendag.

 

1654
---
Tryn houdt niet op van boelen
Om lust met lust te koelen:
Dat is, naer ick het kan verstaen,
Haer vier met solfer uytgedaen.

Om haar lust te kunnen stillen,
Naait Trijn al' mannen die willen.
Het is of ze heel bewust
Haar vuur met benzine blust.

http://www.collignon.tv/index.htm

 

Pier liep my tegen 't lyf, en wou geen stroo-breed wycken;
Hy sei, 't en lust hem niet voor yder geck te strycken;
Maer, seid ik, dat lust my,
En trad van 't sandpad af en liet den geck voorby.
 
 
 
Aan Mevrouw van Merode
Zoet vrouwtje, wier gebed gebod is over mij,
Verwacht gij nog in dicht hoe 't afgelopen zij
Met mijn uitheemse reis? Ik zal z' in 't kort vertellen.
Zo heb ik omgezwierd met mijn drie jonggezellen:
Ter Goud' heb ik vernacht en in ons Monnikland,
En op mijn Zuilichem, en aan de overkant
Ten Bosch en t' Eindhoven, te Bree, te Maastricht binnen,
Te Luik, de grote stad van ongeruste zinnen,
Te Maastricht andermaal, te Aken eens in 't bad,
Te Spa vier weken lang eens daags door en door nat,
Te Butgenbach, Sint Vijt, en Dasburg en Vianden,
Te Echternach en Trier, en langs de Moezelstranden,
Te Kobelenz, te Bonn, te Keulen, Dusseldorf,
Te Moers, te Krefeld, weer te Moers en met een korf
Vol voedsel op de Rijn voor Wesel, voor Nijmegen,
Voor Monnikland, en thuis, door Gods gewenste zegen.
Waar ik geslapen heb, is afgekerfd; hoe lang
Zal best bij monde gaan. In rijm viel 't mij te bang.
In 't gros zeg ik ervan, als 't iemand kwam te vragen:
'De reis is net gedaan in viermaal twintig dagen.'
Houdt gij u dan voldaan, zo ben ik 't meer dan gij,
Zoet vrouwtje, wier gebed gebod is over mij.
Constantijn Huygens (1596-1687)
 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Constantijn_Huygens  


 

Kees Stip

Cornelis Jan (Kees) Stip (Veenendaal, 25 augustus 1913 – Winschoten, 27 juni 2001) was een Nederlands puntdichter. Hij bediende zich van veel pseudoniemen, waarvan Trijntje Fop het bekendste was.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kees_Stip

 


    In Siddeburen was een bok
    die machtsverhief en worteltrok.
    Die bok heeft onlangs onverschrokken
    de wortel uit zichzelf getrokken,
    waarop hij zonder ongerief
    zichzelf weer in 't kwadraat verhief.
    maar 't feit waardoor hij voort zal leven
    is dat hij achteraf nog even
    de massa die hem huldigde
    met vijf vermenigvuldigde.

 

Op een spin.

 

Een spin vervaardigde als handwerk

een olifant van ragfijn kantwerk.

Natuurlijk kwam dit in de krant

als: spin maakt olifant van kant.

 

De Liefde en de dwaasheid - Jean de La Fontaine

 

De liefde en de dwaasheid.

De Liefde is vol geheimenissen:
 
Waartoe zijn jeugd, zijn toorts, zijn koker en zijn pijl?
 
Men kan daarvan in allerijl
 
Het zinnebeeldig doel niet gissen;
 
'k Verklaar of zeg ook niets er van;
 
'k Wil slechts, op mijne wijs, doen hooren,
 
Wanneer de kleine blindeman
 
Zijn lagchende oogen heeft verloren,
 
En wat van 't onheil kwam, dat soms een voordeel is...
 
Doch ik bepaal hier niets: een minnaar-zelf besliss'.
 
 
 
De Dwaasheid en de Liefde, eens met elkaar aan 't spelen,
 
Geraakten eindlijk aan 't krakeelen,
 
Zoo als dat meer bij kindren gaat:
   
   
 
De Liefde gaf een wijzen raad,
 
En, wars van schelden en van vechten,
 
Vroeg hij een scheidsman, die hun speeltwist mogt beslechten;
 
Maar Dwaasheid, onbesuisd en gram,
 
Dreef hem een slag in 't oog, die hem 't gezigt benam.
 
Vrouw Venus schreeuwde wraak; zij vonkelde van toren...
 
Beseff' wie vrouw en moeder is,
 
Wat bange kreeten zij deed hooren!
 
Hoe suisden niet de godlijke ooren
 
Van Jupiter en Nemesis,
 
(De goôn van licht en duisternis)
 
Die zij tot straf zocht aan te sporen!
 
Haar zoon kon zonder hulp geen enklen stap meer gaan!
 
Nooit was zoo snood een feit bestaan!
 
‘Wraak! (riep ze) wraak en leedherstelling!’ -
 
Nu ving de raadsvergaadring aan:
 
Na lang gepeins, kwam de oordeelvelling;
 
Na 't stemopnemen, 't vonnisslaan;
 
Na 't vonnisteeknen, 't vonnislezen:
 
't Was: Dat de Dwaasheid-zelf voortaan
 
De Liefde zou tot leidsvrouw wezen.

Jean de La Fontaine (volgens Hendrik Tollens)

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Jean_de_La_Fontaine

http://www.dbnl.org/tekst/toll003geza05_01/toll003geza05_01_0060.php

http://www.dbnl.org/tekst/toll003geza05_01/toll003geza05_01_0060.php


De Liefde en de dwaasheid

 

Het is bij Amor alles wonderbaar,

Zijn fakkel en zijn jeugd, zijn boog en pijlen;

Men komt in al te korte wijle

Met deze wetenschap niet klaar.

'k Heb ook geen plan, dit alles uit te leggen,

 

Maar zou op mijn manier wel willen zeggen,

Hoe deze kleine god, het blinde wicht,

Kwam tot 't verliezen van 't gezicht.

En wat volgde toen hij dit moest missen.

 

Een goed of kwaad gevolg, een minnaar moog 't beslissen.

De liefde, destijds nog niet blind,

En dwaaasheid speelden eens te samen.

Er kwam een twist; Amor 't verwende kind.

 

Eischte dat voor 't geschil de goden samenkwamen

Maar dwaasheid sloeg vol ongeduld

Den kleinen knaap zoo woest om de ooren,

Dat 't licht der ogen ging verloren,

En Venus, gansch van smart vervuld,

 

Vrouw, moeder, luid haar wraakgeschrei deed horen.

Zij vulde met ontsteltenis,

En Jupiter en Nemisis

En 't drietal van de hellerechters;

Niets wreeders was er en niets slechters;

't Kind kon niet loopen zonder staf;

Voor zulk een misdaaad was er nauw een straf.

 

En dan de schâvergoeding nog voor de oogen?

Toen alles wel was overwogen,

't Publiek belang, dat der civielpartij,

Wist 't hooge hof dit vonnis saam te stellen:

"Dat Dwaasheid nu veroordeeld zij,

Als gids voortaan de Liefde te verzellen."

 

                                                       La Fontaine

 

"Tout est mystère dans l'Amour,
Ses flèches, son Carquois, son Flambeau, son Enfance.
Ce n'est pas l'ouvrage d'un jour
Que d'épuiser cette Science.
Je ne prétends donc point tout expliquer ici.
Mon but est seulement de dire, à ma manière,
Comment l'Aveugle que voici
(C'est un Dieu), comment, dis-je, il perdit la lumière ;
Quelle suite eut ce mal, qui peut-être est un bien ;
J'en fais juge un Amant, et ne décide rien.
La Folie et l'Amour jouaient un jour ensemble.
Celui-ci n'était pas encor privé des yeux.
Une dispute vint : l'Amour veut qu'on assemble
Là-dessus le Conseil des Dieux.
L'autre n'eut pas la patience ;
Elle lui donne un coup si furieux,
Qu'il en perd la clarté des Cieux.
Vénus en demande vengeance.
Femme et mère, il suffit pour juger de ses cris :
Les Dieux en furent étourdis,
Et Jupiter, et Némésis,
Et les Juges d'Enfer, enfin toute la bande.
Elle représenta l'énormité du cas.
Son fils, sans un bâton, ne pouvait faire un pas :
Nulle peine n'était pour ce crime assez grande.
Le dommage devait être aussi réparé.
Quand on eut bien considéré
L'intérêt du Public, celui de la Partie,
Le résultat enfin de la suprême Cour
Fut de condamner la Folie
A servir de guide à l'Amour."




't Is raadselächtig all' wat ook de Liefde doe;

Haar peilen, schild en toorts, tot zelfs haar kindsheid toe,
't is alles wonderlyk. Om in de kunst te slagen
Van haar te kennen, word met recht een reeks van dagen
Verëischt. Dus is myn wit geenszins de uipluizing van
Een wetenschap die schaers de geest doorgronden kan.
Ik wil slechts, op myn wyz', doen hooren
Hoe onze Blinde, (ik schetse een'god,)
Door loutre grilligheid van 't lot,
Welëer zyne oogen heeft verloren,
Met één 't gevolg van 't kwaad, voor ons licht goed. Hoe't zy,
Myn oordeel word geenszins den Lezer aangeprezen;
Een minnaar moet alleen hierin myn rechter wezen:
Hy oordeel'van myn schildery.

De Dwaasheid en Cupied', op zekren dag aan 't spelen,

(de laaste zag toen noch, kon op zichzelven gaan,)
Geraakten hevig aan 't krakelen:
Cupido prees den goôn tot twistbeslechters aan;
Maar Dwaasheid, driftig, zweert hunne uitspraak niet te kiezen,
En deed Cupido, door één'slag,
Voor eeuwig 's hemels licht verliezen.
Terstond borst Venus uit te schryven
Zou gekheid zyn, wnat ieder weet
Wat vrouw en moeder al kan klagen, en bedryven,
In gramschap, en gedrukt door vinnig harteleed.
Haar klagt kon zonder vrucht niet blyven;
Dus baarde 't kwaad den goôn veel werks, en ergenis.
En Jupiter, en Némesis, (Godin der wrekende gerechtigheid)
En all'wat door de goôn tot rechter was verkoren,
'Was alles dapper op de been.
De moeder stelt het feit in 't schriklykst licht te voren.
,,Haar zoon kon zonder stok nu de aard'niet meer betreên;,,

,,De misdaad kon geen straf te zwaar en te yslyk vreezen'
,,Geen straf kon aan dit kwaad geëvenredigd wezen."
Maar 't godendom, nadat het alles had doordacht,
Wat nuttigst voor party, en 't volk moest zyn geächt,
Beval, by vonnis, dat nooit weêr is in te trekken:
,,Dat Dwaasheid Liefde zou voortaan ter leidsvrouw strekken"


De Liefde en de dwaasheid la fontaine

 

Haavikko

 

De bomen zwijgen niet, want zij zouden hun zwijgen


 met schreeuwen beginnen.


Het armzalige gebrabbel van de mens verhult dat


 hij altijd zwijgt.


Hij liegt de bomen tot papier en begint


 zijn leugens op te schrijven,


om ze zo te bewaren.

 

Haavikko in 1993.

 

 

Paavo Juhani Haavikko (Helsinki, 25 januari 1931– aldaar, 6 oktober 2008) was een Fins dichter, toneelschrijver en uitgever. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers in zijn land. Zo won hij in 1984 de Neustadtprijsvoor literatuur.

 


 

De mens ach bestaat uit slechtheid en

 waanzin.

Doe er van het ene wat bij, er gaat

 van het andere wat af.

Het totaal van beide samen blijft gelijk.

Men noemt dat intelligentie.

Samenstellende delen: slechtheid en waanzin.

 

 

 

Na de kwade droom van het leven kan de mens

 zich er altijd over verheugen

dat het niet waar was.

 

 

Als de bomen zouden kunnen schrijven,

zouden ze schrijven op perkament.

Ze zouden ons schillen en van de huid van de rug

zouden ze het fijnste perkament maken.

Daar zouden ze op schrijven, schrift,

bomenschrift, subliem,

dat die arme mensen beschermd zouden moeten worden

en dat ze het nu goed maken.

 


 

Den kasuaris - Abraham

Pril in de reeds dagende lente
verhief het nog jong paar zich tot grotere hoogten

Den kasuaris ene nog gans mythische vogel voerde nu de krop van zine gade
ende zo zachtjes door mekander woelende, kroelende
waren zij opgenomen tot ene vorm, één zijn in 't jonge hout,
gewassen aan de rand van een eeuwenoud woud

Gekir en gefladder gedruis alom
wat was aan de rand van dit bos
gevederte van het zachtste daalde neder over 't jonge loof
hoog sprongen zij op, en lieten toch niet los

Het waren de tekenen van ene hergeboorte
en de blijheid omgaf mine herte
wijl mijn gesluierde geest deez nieuwe leven bevatte

Plots was het er stil .....
de verschrikking van 't nog jonge paar in den eerste ochtendnevelen
Was het mijn bonzend hert die deez gemeenschap had verstoord
of had het gevogelte mijn zwijgen gehoord

 

Abraham

 

Kasuaris

Kasuaris