De Oerbosbrand - Abraham

'De Oerbosbrand'

 

Een oude Urinoceros

rent angstig snuivend door het bos

waar een myoop Petrolifant (lees myoop = bijziende)

de oorzaak werd van oerbosbrand.

 

Een vette Hippipitamus

spuit zijn pipi vergeefs ten blus

Alarm!” krijst luid de Mammagaai.

Wegrennend onder groot lawaai

de Tijg, de Tijger en de Tijgst

(1 hijgt, 2 hijgert en 3 hijgst)

 

Ook gaat onmiddellijk aan de haal

de laffe Achterwielewaal.

En ginds dreunt reeds het hoefgedonder

van Bison en zijn maat Bizonder

 

Nu stromen duizend dieren aan

het Nylonpaard eert in het gaan

zijn laatste moleculevel

Daarnaast loopt statig en toch snel

de jichtige Vanadelaar

en de parkeerpiet paar bij paar

geleidt het zure Geneverzwijn

Ginds wankelt ook een Zebrazijn

 

De Azarat komt uit zijn hol

en uit de grond komt ook de Smol

Maar in de verte huilt en krijst

de doodsbenauwde Hermelijster

 

Men zoekt zijn heil in wilde vlucht

geweeklaag vult alom de lucht

Ik vind dat dit toch geen plezier is”

zo steunt de kromme Drommehieris

 

Pare dromediscum!” is het woord

dat hij plots van terzijde hoort

Daar ziet hij het oude Pastoorlam gaan

hulpvaardig wordt dit bijgestaan

door haar die kalm in dit gevaar is

De Mispoes van de missionaris!

 

Maar het Pastoorlam in dit drama

mist toch zijn trouwe Kapelama

Want hooggeschort, half naakt, tript daar

O foei... de Lichtekooievaar !..

Gauw spreekt een stichtelijke regel

tot haar de brave Dominegel

 

Dan kijkt hij weg, daar nadert snel

het gefriseerde Poedellebel.

Alleen, van alle afgezonderd

huilt jammerlijk de Herdershonderd.

Vertwijfeld nu de gloed nog groeit

vlucht alles, rent en brult en loeit.

 

Temidden van dit wild gedoe

springt snikkend de Kanangoeroe

In snelheid zijn hem noch de baas

de Brieshond en de Ossehaas

Maar geen loopt harder, geen loopt beter

dan de gindse Sodemiereneter

 

Kalm echter blijft de Pingpingping

hij duikt het Dampende bosmeer in

Een Broekhals door de grote haast

zwemt zonder broek en blozend naast

een lacheseoecelot die verwonderd

hem toebijt: “Zeg ben jij bedonderd!”

 

Vakantieloper, IJscobeer

Karbonwarbeiders duiken neer

Daar komt ook en wel met spoed

de Meer en Minderkoetekoet..

 

   en als laatste uitgeteld

 

     Sloft Abraham door 't veld

 

                                      Abraham