Contente Mens (beeldje)

Contente Mens

(Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie)

 
Het beeldje van 'de Contente Mens' in Eersel, een icoon van de 'Brabantse gemoedelijkheid'

De Contente Mens is een beeldje van Richard Bertels uit ca. 1957. Het bevindt zich in het centrum van de Nederlandse plaats Eersel, in de Kempen, op de Markt bij de Mariakapel onder de oude boterlinde.

Symbool

Het beeldje van de "Contente Mens" is het symbool geworden voor de Kempische volksaard. De Kempenaar moest vroeger hard werken voor weinig geld. Hij klaagde echter niet, was tevreden met het weinige wat men had en nam het leven zoals het was. Nog steeds geniet men in de Kempen van al de goede dingen des levens en is men uitermate "content".

De Contente Mens
Hij is niet tegen het nieuwe,
niet tegen de vooruitgang,
niet tegen de aardse geneugten
doch is tegelijk levenswijs.
Het leven zowel als zijn aard maakte
hem enigermate filosofisch berustend.
Hij laat zich niets wijsmaken,
verwacht niet te veel,
doch verheugt zich over het goede om hem heen
en dat alles vormt zijn tevreden zijn, zijn content zijn.

Aldus de tekst op menig ansichtkaart.

Achtergronden van de Kempische mens

De beeltenis van een rond boertje met een pet op, de handen op de rug, de blik niet fier voorwaarts gericht, maar eerder kalmpjes ondergedompeld in een soort oneindig niets. Van deze contente mens bestaan kleine replica's voor op de schoorsteen, die bij feestelijke gelegenheden in het Brabantse land met name aan bezoekers van boven de grote rivieren worden geschonken.

Het menneke staat namelijk symbool voor de beroemde gemoedelijkheid van de Brabander: een tevreden mens, die blij is met wat hij heeft, en dat hoeft in materieel opzicht niet veel te zijn. Want de Brabander, en zeker de Kempenaar, was van oudsher gewend aan armoede. Niet zomaar armoede, maar bittere armoede: handelsbelemmeringen, kleine boerenbedrijfjes, uiterst schrale zandgrond, gebrek aan mest door gebrek aan vee. Die onverstoorbaarheid van dat mannetje, dat zich zomaar lijkt te schikken in zijn schamele lot, heeft tegelijkertijd ook iets stuitends. Was er geen woede, geen verzet, geen strijd om een beter bestaan? Was die mens, braaf gehouden door meneer pastoor, zoals dat vroeger in de overwegend rooms-katholieke Kempen zeer gebruikelijk was, wel zo content? Hier in de Kempen was iedereen arm, daarom verdroeg men de armoede hier beter dan bijvoorbeeld in de Meierij van 's-Hertogenbosch. Daar, in de Meierij, was het contrast tussen de rijkdom van de vele landgoedeigenaren en de landarbeiders groot en schrijnend. Die had je in de Kempen, het huidige Zuidoost-Brabant, eigenlijk niet of nauwelijks.

Pas na 1900, na de komst van de kunstmest, kon er in deze streek begonnen worden met grootschalige ontginning van de heidegronden. Indien je de kaart bekijkt van Eersel en omgeving rond 1840, zie je een en al uitgestrekt paars, heidegebied dus, waar nu nog een schaars plukje van over is. Weliswaar zijn er - naast landbouwgrond - gedeeltelijk bossen voor in de plaats gekomen. Maar in die tijd was het een grote stille heide met hier en daar een zandverstuiving, moerassen, vennetjes en de beemden met een enkel riviertje zoals de Dommel en haar zijbeekjes zoals de Keersop, of zoals bij Eersel het beekje de Diepreitsche Waterloop en de Run.

Geschiedenis

Het beeldje werd in eerste instantie geplaatst op het binnenplein van het oude gemeentehuis wat in 1956-1957 door de gemeente Eersel werd gebouwd aan de Markt. Het werd plechtig onthuld in de patio van het gemeentehuis door tweede-kamerlid H. van der Zanden. Inspiratie voor dit beeldje was het Contente Menslied wat door dorpsonderwijzer Piet Kwinten werd geschreven als het gedicht In Eersel is een mens content. Hij schreef dit gedicht bij het verschijnen van het boek Vrijheid aan de Run van fotograaf Martien Coppens met teksten van Jacques van Sambeeck. Dit was ter gelegenheid van het 300-jarig gebruik van de Maria-kapel als gemeentehuis. De opdracht om het beeld te vervaardigen werd aan beeldhouwer Richard Bertels gegeven, die als opzichter van architect C. de Bever toezicht hield bij het in aanbouw zijnde gemeentehuis.

Nu werd er ook iemand gezocht, een typisch Kempische mens, die model kon staan voor die figuur; de beeltenis van de ‘Contente mens’. Deze werd door de secretaris H. Goossens gevonden in de 85-jarige Jantje Mollen. Jantje Mollen was een voormalige boer die tot 1933 op de Vlasberg in Duizel, vlak bij de Ouwe Tramhalte, zijn boerderij had gehad totdat deze werd overgenomen door zijn dochter Betje die met Piet van Heeswijk was getrouwd. Voor Jantje brak er een rustigere tijd aan welke hij vooral besteedde aan het rondwandelen door het dorp waarbij hij met iedereen een praatje maakte. Steevast begon hij over het weer en vroeg dan aan de voorbijganger waar men naar toe onderweg was. Blijkbaar maakt hij daarbij geen onderscheid of hij deze persoon kende. Jantje werd op deze wijze voor iedereen bekend en haalde de respectabele leeftijd van 90 jaar en werd bij het gilde als erelid op grootse wijze gehuldigd. Iedereen was (net zoals Jantje zelf) ervan overtuigd dat hij zijn eeuwfeest zou meemaken, mits hij niet eerder zou worden overreden; zo werd hij wel eens vermaand. Het was namelijk al verscheidene keren voorgekomen dat hij bij het oversteken van de vernieuwde provinciale weg, tot schrik van de automobilisten, midden op de weg stil bleef staan omdat hij uit nieuwsgierigheid iets stond te bekijken. Zijn antwoord op dat soort vermaningen was dan ‘Pas maar op, met jouw schenken gooi ik de walnoten nog uit de bomen.'

Hij won bij het Landjuweel in Helmond het uitgeloofde schild voor de oudste deelnemer van een gilde die de optocht uitliep. Deze prijs werd hem door Mgr. Bekkers uitgereikt, waarbij de bisschop vernam dat Jantje uit Duizel kwam waarvan de toenmalige pastoor een klasgenoot van hem was geweest. Jantje moest pastoor Van Houtert de groeten doen en Mgr. Bekkers beloofde hem dat hij hem op zijn honderdjarige verjaardag persoonlijk zou komen feliciteren. Jantje zei daarop: 'Ja ja, als dat zou kunnen, zijn we er tenminste allebei nog!' Helaas overleed Jantje op 92-jarige leeftijd in 1962. De Bisschop had het echter ook niet kunnen meemaken; hij stierf 4 jaar later in 1966.

In Eersel is ‘ne mens content

Lied/gedicht gemaakt door Piet Kwinten met muziek van Harry van Woerkum 1948

De Eerselse mannen die drinken zo gèèr.
‘ne goeie pot bier of ‘ne klare
ès z’ op z’n gemak zèn dan roke z’er bè
’n pijp èn ok grote sigare

Refrein: In Eersel is ‘ne mens content
vio viola violier
want ès ge in dè dörpke bent
dan hedde veul plezier

De Eerselse mannen die bévèrte gèèr
dè’s iet dè ze allemal kenne
ze gan gèèr na Werbeek dan lope ze rèècht
mèr t’rug nie zo rèècht ès erhenne

De Eerselse vrauwkes die kèève zo gèèr
èn praote veul over ‘n ander
mèr ès ze in nood zèn dan helpe ze gèèr
ze helpe dan nuuver mekander

De Eerselse vrauwkes gan gèèr na de mèrt
heel vruug mee de körf aon d’n èrum
mèr wa z’er betaole dè is dik nog meer
ès thuis in de winkel ochèrum

De Eerslse mèskes zèn schon èn nie gruts
èn kuiere gèèr mee ‘ne vrijer
‘ne jonge van buite die wille ze wèl
mèr ze zèn mee ‘nen Eerselse blijer

De Eerselse mensen die bidden ok gèèr
bè ’t beeldje van ’t Zuut Lieve Vrauwke
’t kapelleke zit hast d’n hillen dag vol
ge ziet ‘r hast altè e vrauwke

Trivia

  • In de Noord-Brabantse Kempen is een huifkarroute uitgezet die de Contente Mensroute heet.
  • De Contente Mens was een programma van Omroep Brabant dat van 1977-1982 werd uitgezonden. Hierin vertelde Nol van Roesel in een soort streektaal verhalen over het fictieve dorp Gineind.
  • In de jaren zeventig en tachtig organiseerde de middenstand ieder jaar de "Contente Mensdagen". Dit vond altijd plaats op de tweede zondag van september. De eerste editie was in 1976.

Externe links